Referentiefuncties Slagersbedrijf

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Ontvangstmedewerker

Context

De ontvangstmedewerker komt vooral voor bij industriële slagerijen, waar grond- en hulpstoffen procesmatig worden verwerkt en verpakt. De ontvangstmedewerker is gericht op het controleren en opslaan van hoofdzakelijk inkomend vlees (op kwaliteit, temperatuur, geur, kleur, etc.).

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Kerntaken Resultaatindicatoren
Controleren inkomende goederen
  • in ontvangst nemen van inkomende grond- en hulpstoffen (hoofdzakelijk: karkas / technische delen), controleren van de wijze van verpakken;
  • aan de hand van inkoopspecificatie controleren van inkomend vlees op vastgestelde aspecten (aantal, gewicht, classificatie, geur, kleur, kwaliteit, temperatuur, etc.);
  • opmerken van afwijkingen, deze vastleggen en melden aan de leidinggevende, uitvoeren van eventuele vervolgacties;
  • overleggen met (externe) chauffeurs over loswerkzaamheden, manco’s, en dergelijke.
  • volgens procedure;
  • kwaliteit controle;
  • juist en tijdig opgemerkte afwijkingen;
  • opvolging acties.
Opslag en vastlegging
  • opslaan van vlees (karkas, technische delen) in daarvoor bestemde ruimte, eventueel m.b.v. hefmiddelen;
  • aftekenen van vrachtbrieven, noteren van ontvangsten en eventuele extra leveringen;
  • vastleggen van ontvangen, opgeslagen en intern vrijgegeven vlees.
  • volgens procedure;
  • juiste opslag;
  • juiste vastlegging;
  • accurate archivering.
Onderhouden automaten en bestelwagen, conform voorschriften.
  • uitvoeren van klein onderhoud (smeren, schoonmaken) aan te gebruiken transport- en hefmiddelen;
  • schoonhouden van de werkruimten.
  • kwaliteit uitgevoerd onderhoud;
  • orde en netheid van werkruimten.

Bezwarende omstandigheden

  • Krachtsinspanning bij het tillen, verplaatsen van grondstoffen, kratten, dozen, pallets, etc.
  • Inspannende houding bij het laden en lossen van goederen, het in/uit stellingen halen (rijden) van goederen.
  • Hinder van tocht en temperatuurwisselingen.
  • Kans op letsel door vertillen en door ongeval met hef- en transportmiddelen.