Referentiefuncties Slagersbedrijf

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Operator productie III

Context

De operator productie III komt vooral voor in het industriële segment, waar vlees binnen een (semi-)geautomatiseerd proces wordt verwerkt en verpakt. De operator productie III is als lijnverantwoordelijke verantwoordelijk voor het instellen, in de gaten houden, bijstellen en omstellen-/ombouwen van complexe geïntegreerde productie-installaties. Hiertoe stuurt hij op een effectieve en efficiënte productie. Hij verhelpt ook storingen aan deze installaties en verzorgt het eerstelijnsonderhoud.

De (niveau-)verschillen tussen de operator productie I, II en III worden aanvullend samengevat in de NOK-bijlage.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Kerntaken Resultaatindicatoren
Voorbereiding en afbouw
  • leveren van informatie voor en afstemmen van aanpassing van de detailplanning ten behoeve van efficiencyvoordelen;
  • controleren van de aanwezigheid van de juiste grond- en hulpstoffen aan de hand van recepten en afstemmen en afroepen van benodigde middelen;
  • ombouwen van de geïntegreerde productielijn naar andere formaten op basis van batchspecificatie, wisselen van formaatdelen (de wisseldelen);
  • stellen van prioriteiten, instrueren van en geven van aanwijzingen aan collega’s;
  • instellen van apparatuur (procesparameters en recepturen) en koppelen/storten grond- en hulpstoffen;
  • starten en proefdraaien van de geïntegreerde productiecombinaties;
  • (laten) afvoeren van pallets met producten die klaar zijn.
  • efficiency shiftplanning;
  • volgens receptuur/specificatie;
  • ombouwsnelheid na batchwissel;
  • juiste instelling apparatuur;
  • verspilling;
  • juiste prioriteiten;
  • duidelijkheid instructies;
  • juiste oplevering product.
Bewaking en bijregeling
  • bewaken van het verloop van het proces en opmerken van onvolkomenheden, (bij)sturen van medewerkers;
  • (laten) uitvoeren van diverse kwaliteitscontroles m.b.t. halffabricaten en eindproducten, interpreteren van kwaliteitsafwijkingen en bijsturen van het proces, onder meer op basis van omgevingsfactoren en grondstoffenkennis;
  • verhelpen van meer complexe storingen of kwaliteitsafwijkingen door het bijstellen van apparatuur binnen beperkte afwijking van recepten en parameters;
  • (laten) verrichten van handmatige productie/herstelwerkzaamheden indien de voortgang dit noodzakelijk maakt;
  • herschikken van (de volgorde van afhandeling van) orders binnen de vastgestelde planning.
  • volgens kwaliteitscriteria (uiterlijk, gewicht, samenstelling, aantallen, en dergelijke);
  • doorlooptijd productiebatches;
  • juiste en tijdige bijstelling;
  • volgens HACCP, bedrijfs- en veiligheidsnormen.
Reiniging en eerstelijns­onderhoud
  • volgens planning verrichten van regulier eerstelijnsonderhoud aan installaties op basis van onderhoudsschema;
    • opmerken en opsporen van (de oorzaak van) storingen;
    • uitvoeren van kleine reparaties, in-/afstellen van onderdelen op basis van technisch inzicht in werking installaties;
    • inschakelen van technische dienst in geval van meer complexe reparaties/onderhoud, assisteren van monteurs, testen van werking apparatuur;
  • opruimen en schoonmaken van werkruimte en gebruikte machine.
  • onderhoud volgens planning;
  • doeltreffendheid analyse en oplossing;
  • snelheid proceshervatting;
  • juiste afweging inschakeling derden.
Vastlegging
  • vastleggen van gegevens (aantallen, kwaliteitsgegevens, verstoringen) op diverse overzichten;
  • verantwoorden en verklaren van afwijkende gegevens.
  • juistheid, compleetheid gegevens;
  • tijdigheid registratie.

Bezwarende omstandigheden

  • Uitoefenen van kracht bij verplaatsen van grondstoffen/halffabricaat, ombouwwerkzaamheden en het verhelpen van storingen.
  • Inspannende houdingen bij bedieningswerkzaamheden.
  • Hinder van geluid en temperatuurwisselingen.
  • Kans op letsel door het in aanraking komen met bewegende of hete machinedelen.

Functie-indeling - Niveau-Onderscheidende Kenmerken (NOK)

Operator productie I Operator productie II Operator productie III
Inzetbaarheid
  • Eenduidige ‘stand-alone’-productie-installatie.
  • Groep met eenduidige ‘stand-alone’-productie-installaties (verschillen in werking en mogelijkheden) of delen van een productielijn.
  • Complexe geïntegreerde productie-installaties.
Aard van de werkzaamheden
  • Focus op het uitvoeren van werkopdrachten.
  • Focus op productie van efficiënte en effectieve batches binnen vaststaande planning.
  • Nadruk op shiftplanning, leveren van inbreng over en afstemming van aanpassing detailplanning ten behoeve van efficiencyvoordelen.
  • Fungeren als lijnverantwoordelijke, stellen van prioriteiten en geven van aanwijzingen en instructies.
Schoonmaak en onderhoud
  • Gericht op schoonmaken van installaties.
  • Gericht op gebruikersonderhoud:
    • leegdraaien, oliën/smeren, (de)monteren van afdekbeplatingen, onderdelen en dergelijke;
    • vervangen van eenvoudig te verwisselen onderdelen.
  • Gericht op eerstelijnsonderhoud:
    • opmerken en opsporen van storingen;
    • uitvoeren van kleine reparaties, in-/afstellen van onderdelen;
    • assisteren van monteurs bij de uitvoering van complexere reparaties/onderhoud en testen van werking apparatuur.
Kwaliteit
  • Steekproefsgewijs controleren van productkwaliteit op basis van visuele en fysieke tests en (laten) bijstellen van productie-installatie.
  • Controleren van de productkwaliteit op basis van concrete meetbare tolerantiegrenzen (goed-/ afkeur), bijstellen van parameters en melden van afwijking vallend buiten het eigen aandachtsgebied.
  • Als operator productie II en interpreteren van kwaliteitsafwijkingen en bijsturen van het proces onder meer op basis van omgevingsinvloeden en grondstoffenkennis (beperkte afwijking receptuur en procesparameters toegestaan).