Referentiefuncties Slagersbedrijf

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Teamleider II

Context

De teamleider II komt vooral voor in industriële slagerijen waar hij (een deel van) de slagerij dan wel een afdeling aanstuurt (meerdere lijnen met verschillende of complexe bewerkingen). Hij is als hiërarchisch leidinggevende van ca. 10 medewerkers verantwoordelijk voor het realiseren van de teamresultaten en de daarvoor benodigde mensen en middelen. De aandacht van de teamleider II ligt vooral op aansturen en meewerken waar nodig.

De (niveau-)verschillen tussen de teamleider I en II worden aanvullend samengevat in de NOK-bijlage.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: ca. 10 medewerkers (hiërarchisch)
Resultaat­gebieden Kerntaken Resultaatindicatoren
Planning & voortgang
  • beoordelen en specificeren van weekplanning naar detailproductieplanning (verdeling order over lijnen in logische volgorde);
  • opstellen van werkroosters, regelen van voldoende bezetting;
  • toewijzen van werkzaamheden, geven van aanwijzingen/ instructies;
  • toezien op de voortgang en kwaliteit van uitvoering, bijsturen bij problemen en stellen van prioriteiten;
  • toezien op de naleving van de voorschriften en werkmethoden;
  • verzorgen van de afstemming met (in- en externe) schakels in de keten;
  • zelf meewerken in de uitvoering wanneer de voortgang hierom vraagt en daarbij vertonen van voorbeeldgedrag.
  • efficiency personeelsplanning (uurinzet/uurtarief/vast versus flexibel);
  • optimale capaciteitsinzet/ voortgang;
  • volgens productienorm/realisatie planning;
  • duidelijkheid instructies;
  • juiste afwegingen/prioriteiten;
  • volgens voorschriften.
Beschikbaarheid middelen & bestelling
  • toezien op het juist gebruik van inventaris/apparatuur en de directe omgeving, nemen van acties bij afwijkingen, storingen en dergelijke;
  • doorgeven van bestellingen aan (vaste) leveranciers of betreffende afdeling/functionaris op basis van productieplanning;
  • intern (batchgewijs) afroepen van middelen (grond- en hulpstoffen).
  • tijdige beschikbaarheid middelen;
  • aard/omvang verstoringen in voortgang.
Optimalisatie
  • vanuit de praktijk opmerken van knelpunten;
  • aandragen van verbetermogelijkheden in de operationele bedrijfsvoering richting de leidinggevende;
  • doen van verbetervoorstellen op basis van bevindingen en na fiattering uitwerken hiervan;
  • doorvoeren van aanpassingen in de lopende bedrijfsvoering.
  • tijdig/juist opgemerkt;
  • kwaliteit van de voorstellen (haalbaarheid, aantal door leidinggevende overgenomen ideeën en dergelijke);
  • geïnformeerdheid toegewezen medewerkers;
  • bestendiging aanpassing.
Personeelsbeheer
  • regelen van verlof;
  • afwikkelen van beginnend verzuim;
  • mede selecteren van nieuwe medewerkers;
  • zorg dragen voor het (laten) opleiden/inwerken van medewerkers;
  • voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken en adviseren over consequenties.
  • beschikbaarheid (kwaliteit/ kwantiteit) personeel;
  • motivatie/inzet personeel;
  • (kortdurend) verzuim;
  • aantal overgenomen adviezen.
Administratie en vastlegging
  • vastleggen van informatie (in een geautomatiseerd systeem) (verbruiken, uren, etc.);
  • uitzoeken van oorzaken van afwijkingen en toelichten/ verantwoorden gegevens (ad hoc en periodiek).
  • tijdige, juiste en volledige vastlegging en verantwoording van informatie.

Bezwarende omstandigheden

  • Incidenteel uitoefenen van kracht bij het uitvoeren van productiewerkzaamheden.
  • Hinder van geluid en temperatuurswisselingen.
  • Kans op letsel door in aanraking komen met bewegende of hete machinedelen.

Functie-indeling - Niveau-Onderscheidende Kenmerken (NOK)

Teamleider I Teamleider II
Aandachtsgebied
  • Meerdere inpak- of productielijnen met dezelfde (be)werking.
  • Of:
  • Eén complexe geautomatiseerde inpak- of productielijn.
  • Meerdere inpak- of productielijnen met verschillende (be)werking.
  • Of:
  • Meerdere complexe geautomatiseerde inpak- of productielijnen.
Aard van leidinggeven
  • Vaktechnisch/functioneel leidinggeven aan ± 5 medewerkers (coördinerende rol).
  • Nadruk ligt op meewerken.
  • Hiërarchisch leidinggeven aan ± 10 medewerkers (leidinggevende rol).
  • Nadruk ligt op aansturen en meewerken waar nodig.
Vrijheidsgraden
  • Realiseren van de productiebatches binnen de vastgestelde volgorde en verdeling, gebruikmakend van de beschikbare middelen (personeel/materieel);
  • Aandacht is primair gericht op eigen team;
  • De teamleider I werkt volgens vastomlijnde regels en voorschriften. Hij weet wat, wanneer en hoe gedaan moet worden.
  • Besluiten die hij neemt kan hij nemen op basis van eerdere situaties of bestaande afspraken. Bij twijfel of onduidelijkheid valt hij terug op de leidinggevende.
  • Leveren van inbreng voor afdelingsplannen, deelprocessen en verbetering van de werkwijzen.
  • Idem I + aandacht voor de keten (collega-afdelingen) en leveranciers (bestelling).
  • Realiseren van dag-/ploegplanning op basis van een efficiënte en effectieve capaciteit- en personeelsinzet.
  • Indien zich problemen voordoen die al eerder aan de orde zijn geweest, neemt de teamleider II zelf een besluit en koppelt dat achteraf terug. Alleen bij duidelijk afwijkende situaties valt hij terug op de leidinggevende.
Verbetering
  • Opmerken en, na fiattering en uitwerking, invoeren van verbetermogelijkheden.
  • Idem I + doen van verbetervoorstellen (oplossingsrichtingen) en uitwerken van voorstellen.