Onder een combinatiefunctie verstaan we de samenvoeging van verschillende werkzaamheden in één functie, die ook als afzonderlijke functies beschreven en als afzonderlijke functies ingedeeld hadden kunnen worden. Om het niveau van de combinatiefunctie vast te stellen is een vergelijking met meerdere referentiefuncties nodig.
Er wordt vanuit gegaan, dat de vervuller van de combinatiefunctie de verschillende werkzaamheden volledig invult (in termen van vereiste zelfstandigheid en kwalitatieve bijdrage). Daarbij dient sprake te zijn van het regelmatig uitoefenen van alle aspecten van de combinatiefunctie (het gaat om structurele werkzaamheden en geen incidentele uitvoering als gevolg van bijvoorbeeld vervanging van een collega).
De indelingsregels voor combinatiefuncties zijn als volgt:
Onderstaand is de resulterende indeling van de combinatiefunctie cursief gedrukt aangegeven:
Verschil in karakter van de werkzaamheden | De verschillende werkzaamheden zijn ingedeeld in: | |
---|---|---|
Dezelfde loongroep | Verschillende loongroepen | |
Vergelijkbaar soort werk (1) | Dezelfde loongroep | Hoogste loongroep |
Verschillend soort werk (2) | Naasthogere loongroep | Hoogste loongroep |
1) De aard van het werk is hetzelfde en/of de werkzaamheden liggen direct in elkaars verlengde, zodat de vereiste kennis en vaardigheden door de combinatie niet of nauwelijks toenemen.
2) De aard van het werk is verschillend en/of de bedrijfsfuncties hebben geen directe relatie met elkaar, zodat de vereiste kennis en vaardigheden door de combinatie toenemen.